Het is waar, de mens doet alle mogelijke moeite de vergankelijkheid weg te stoppen, dood te zwijgen. Maar lukt dat toch nooit helemaal – hoe vreemd! – dan verklaart en verkondigt dezelfde mens: dood is dood, en, na de dood is er niets, en, er is wetenschappelijk bewezen dat het sterven MOET bij het leven omdat het niet anders KAN i.v.m. de mogelijkheden van mens en aarde en leefbaarheid en …. Ja, en als de wetenschap spréékt, bewéért, vaststelt, dan moet je van goede huize komen om met het tegendeel geloofwaardig te zijn. Tenminste, voor mensen.
Gemakshalve sluit de mens er de ogen voor, dat we met al ons rond praten wèl blijven in de cirkel van het hier en nu. En de mens moet ook erkennen, dat alle wetenschap, alle verfijning, alle specialisatie, alle uitdieping van kennis daarin niets helpt en niets verruimt en niets verder brengt. Het heeft slechts één gevolg: blijvend in de totale blindheid en onwetendheid zoekt en vindt de mens eer en hoogachting bij de medemens, of niet. Maar er is – veelszins – geen enkele erkenning, dat de mens verstand en wijsheid en inzicht ontvangt van de levende God, Die geeft, maar ook weer neemt.
En op deze manier probeert de mens alle kennis aan God uit te bannen, te verdonkeren en te verbergen. En zeker, de mens is in grote smart en rouw als de Heere daarin vooraanstaande mensen vroegtijdig uit dit leven wegneemt. Maar de mens komt niet tot inkeer, integendeel, als er prijzen, lintjes, officiële onderscheidingen, internationale erkenningen komen en uitgereikt worden, dàn komt er brede publiciteit, dàn staan de media vooraan. WANT HET BEWIJST: WE KOMEN STEEDS DICHTER BIJ HET DOEL: HET EEUWIGE LEVEN, DOOR ONS ZELF BEWERKT!!!
De Heere lacht, Hij spot om al dat dwaze vertoon. Tegelijk verschrikt Hij de mens met de uitingen van Zijn toorn, Zijn oordelen, Zijn gerichten, als Hij dondert en bliksemt, de aarde schudt als een riet, de aarde striemt met orkaan en regen, hagel en sneeuw, koude en hitte. Dan ziet Hij, dat diezelfde hoogmoedige mens zich snel verbergt, snel wegkruipt, niet weet waar hij behoud moet zoeken en vinden. Maar als de oordelen voorbij zijn, de schade is geïnventariseerd, het aantal slachtoffers is vastgesteld en betreurd, de hulpinstanties wereldwijd in hoogste staat van paraatheid gebracht en tal van overheden en instanties en mensen hun royaalheid en mededeelzaamheid weer hebben doen schitteren in tal van giften en toezeggingen, dan zijn die oordelen snel vergeten.
En het is waar, dat wil de mens ook graag. Het is niet fijn om er aan herinnerd te worden, dat die oordelen gekomen zijn en ons getroffen hebben vanwege ONZE, MIJN zonden! Want dat HERINNERT! En dat willen we juist niet. Want herinnering drukt ons steeds weer op de noodzaak om te ERKENNEN. En die kant willen we helemaal niet op aan. Daarom, herstellen van de schade, nog beter, nog steviger, zodat we er een volgende keer beter tegen bestand zijn. Daarnaast verfijnde apparatuur, meetinstrumenten, waarmee we kunnen voorspellen wáár en wannéér er dingen gebeuren, erupties zijn enz.
Ook in de Bijbel wordt gesproken over mensen die wijs geweest zijn, mensen zoals u en ik. Op diverse plaatsen wordt ook openlijk gezegd, dat God die wijsheid – wijd en zijd bekend en geroemd – gaf. Aan de ene mens zó, aan de andere daarin, op dat vlak. De Heere heeft Besaleël en Oholiab vervuld met kennis zodat ze de tabernakel met al het toebehoren konden maken. Hij heeft Salomo meer wijsheid gegeven dan de wijsheid van Egypte. Hij heeft de vorst van Tyrus met grote wijsheid vervuld, Nebukadrezar en vele anderen. Het heeft niet geleid tot erkenning, wereldwijd, blijvend. Integendeel, veelszins beroemden de betrokkenen zich er zelf op; in veel gevallen anderen.
Salomo, zoon van David, koning van vrede en rust. Salomo, vol van wijsheid en kennis, voorafschaduwing voor de grote Koning, onze Heere Jezus Christus, voorafschaduwing voor alle gelovigen. Zagen we eerder, dat de mens vóór de zondeval helemaal vervuld was van de Heilige Geest, zodat de mens het niet nodig had dat hij leerde. Immers, de Heilige Geest legde de Schrift en Wet zó volmaakt in de mens als beelddrager Gods. Hierin ziet de gelovige, dat Salomo in deze bedeling rijk werd vervuld met wijsheid en kennis, als bewijs, dat het herstel voor alle gelovigen nog wacht, maar zeker komt. De mens heeft het niet verstaan, meest ook de gelovige niet.
Salomo, koning van vrede en rust, voorafschaduwing van onze Heere Jezus Christus. Christus bracht en brengt de eeuwige rust en vrede, die alle verstand ver te boven gaat. Bij gelovigen, hier en nu in beginsel, voorsmaak. VREDE MET GOD!!! Straks volkomen. Welke waarborg? Jezus Christus wóórd, Matt. 28:18: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.’ Nee, dat kan door niets of niemand van enige kracht beroofd of verkleind worden. Zó heerlijk volkomen betrouwbaar is het woord van de levende God! Daarom, lees, bestudeer, nu het nog kan, dat heerlijke Woord, en vergeet niet.
De Heere Jezus zegt van Zichzelf: méér dan Salomo is hier. De afschaduwing van Salomo werd heerlijk – in vernedering – vervuld! Toch werd Hij door de mensen verworpen, werd Zijn wijsheid geminacht en verdacht gemaakt. Daaruit leren we, dat al de gaven, die God aan mensen gaf en geeft, steeds weer beoordeeld en gewaardeerd worden naar het denken van de wereld, de mensheid zelf. Ook al moet de mensheid erkennen, het is onmogelijk, dat die eigen beoordeling en waardering buigt onder die erkenning. En daarbij probeert dezelfde mensheid vol te houden, dat de mens vasthoudend één vaste lijn, één vast beleid volgt. Helaas, de geschiedenis toont één grote wispelturigheid, geen enkele vastheid of zekerheid, één hopeloze chaos.
Als God, de levende God, niet van ogenblik tot ogenblik door Zijn almacht en wijsheid en beleid alles regeerde en bestuurde en beschikte en in stand hield, er was niets en er kon niets. En dat betreft ALLES wat is. De mens in al zijn vezels, in al zijn organen, in al zijn functioneren. Elk apparaat, machine, in al haar onderdelen, in al haar functioneren, daartoe aangedreven, wat blijft er van over als de aandrijving wegvalt, als de stof van aandrijving krachteloos wordt, als de trekkracht, de buigkracht, de spankracht, de dichtheid wegvalt? U zegt, dat dàt enkele eigenschappen van dat materiaal is? Ja, dat is juist, alleen, de mens moet daarbij beseffen en erkennen, dat God dat alles van ogenblik tot ogenblik in stand moet houden en moet uitwerken.
Ieder mens weet dat bergen, zand, aarde zwaarder is dan water. Toch doet God de aarde vaststaan op de wateren, ZOALS HIJ WIL. En ze zinkt daarin niet weg, ZOALS HIJ WIL. En ze wiebelt niet, ZOALS HIJ WIL. Eénmaal heeft Hij de aarde ondergedompeld – de zondvloed – en hoe is alle leven vergaan! Daarna heeft Hij de aarde weer omhoog geheven en met een eed beloofd, dat Hij de aarde niet weer door water zal verderven.
Nu is er een andere belofte, dreiging, oordeel: één keer niet verderven, zuiveren met water, maar met vuur! Zoals de mens nu al meer dan 4000 jaar kan zien, dat God Zijn belofte inzake wáter houdt, even vast kan de mens er zéker van zijn dat Hij de nieuwe belofte DOET KOMEN, UITVOERT! Door niets of niemand te weerhouden of te voorkomen. Wanneer? Geen mens weet het. Toch, het kòmt! In één ogenblik!
Dáártoe was immers de zondvloed: reinigen, schoonmaken, zuiveren, heiligen van de aarde wégens de diepe verdorvenheid van de MENS, in zijn doen en laten. TOTAAL VERDORVEN! Opnieuw: God had de aarde zó goed, zó volmaakt goed geschapen, in volkomen harmonie naar Zijn wil. De mens had door zijn zonde de aarde zó verdorven, en in nog geen 2000 jaar Gods toorn zó opgewekt, dat God de mens voor eens en altijd duidelijk maakte, dat Hij onder geen beding de zonde en de gevolgen ervan verdroeg en verdraagt. Maar de mens vergat, vergeet, moedwillig. En het lijkt, dat God ook vergeet … Hoe huiveringwekkend dwaas en kortzichtig is de mens in die gedachte. Daarom, bekeer u vóór het te laat is. God houdt Zijn Woord: éénmaal, met onuitblusbaar vuur, totale heiliging, reiniging, zuivering. Dan en daarmee herstel van het door God gestelde doel: nieuwe hemel, nieuwe aarde, waar God voor eeuwig zal wonen met al de uitverkorenen, tot Zijn eer!
Die belofte onderstreept de vergankelijkheid, de vergankelijkheid van al het geschapene: het is tijdelijk! En wàt de mens ook denkt, ook redeneert, ook fantaseert, steeds weer is er de nuchtere constatering: het is tijdelijk, even, een moment, vergankelijk. Daarmee wordt het geloof alleen maar duidelijker, zichtbaarder, overtuigender: tegen alles wat voor ogen is, boven alles wat voor ogen is, ver boven alles wat door mensen bedacht en geredeneerd wordt stáán ze eeuwig vàst: Gods Woord, Gods Verbond, Gods beloften, Gods verkiezing en verwerping!
Daarom klemt de gelovige zich ook met en in alles vast aan God, aan Zijn Woord. Altijd, overal, eerst. Wat mensen ook zeggen, waarmee mensen ook dreigen, wat mensen ook doen. Daarom waarschuwt de Heere Jezus ook heel ernstig, Lucas 12:4 en 5: ‘En Ik zeg u, Mijn vrienden: Vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen. Maar Ik zal u tonen, Wien gij vrezen zult: vreest Dien, Die, nadat Hij gedood heeft, [ook] macht heeft in de hel te werpen; ja, Ik zeg u, vreest Dien!’ Des te klemmender is de oproep: BEKEER U, tijdig, het is nog genadetijd. Want Christus KOMT!
Daarmee blijkt alles wat hier en nu vast lijkt, alles wat hier en nu voor vast en zeker verkondigd wordt, alles wat voor ogen is, wankel, onzeker, tijdelijk, voorbijgaand. Want ook de mens die dat verkondigt, die dat beweert, die dat verzekert, die mens is broos, zwak en vergankelijk. Toch zien we van dag tot dag, dat de ene mens bouwt op zichzelf en op andere mensen en op wat mensen verkondigen. Omdat de mens hier en nu niet hoger kan komen vanuit zichzelf. En de hoogmoed viert hoogtij als de mens in een reclameslogan bralt: ‘wat er ook gebeurt!’
Zonder geloof verstaat een mens dit niet, kan dit niet verstaan, ja, is het wartaal. In het geloof is het Woord van God de eerste en enige vastheid en zekerheid in dit vergankelijk leven, hier en nu. In het geloof tracht hij alles wat voor ogen is, alles wat gebeurt en gebeuren kan, hoe verschrikkelijk ook, steeds weer ondergeschikt te maken aan de grote vastheid en zekerheid: GOD regeert, HIJ spreekt, en wat er dan gebeurt, het ligt volkomen vast in ZIJN Vaderhand.
Daarmee wordt het geloof alleen maar groter: vast vertrouwen!! Nee, als nietig mensje begrijp ik er helemaal niets van, behept als ik ben met zonde, vloek, dood, blindheid, gebreken en scheefgroei. Ook als ik in de Bijbel lees, dat God ALLES regeert, ALLE mensen bestuurt en regeert en leidt; ook als ik in de Bijbel lees, dat Hij machtige mensen, machtige legers, machtige koningen, en noem maar op in een ogenblik omdraait, ombrengt, in gedachten en voornemen verandert; ik blijf er koel en koud en hoogmoedig onder. Nee, God Zelf, de Heilige Geest moet mij overtuigen, mijn hart en verstand gewillig en toegankelijk maken en houden. Hij Zelf moet het vast vertrouwen in mij werken en van dag tot dag bevestigen.
Daarnaast is er de eigen verantwoordelijkheid. God heeft de mens niet als een blok gemaakt. Zoals een lichaam met voedsel gevoed moet worden, zo moet het geloof telkens weer gevoed worden door het Woord, de zuivere verkondiging van het Woord, de Sacramenten. Maar dan ontdekken we een ontstellende zorgeloosheid, laksheid, luiheid en slapheid. Vervolgens zien we, dat de mens zich gemakkelijk spiegelt aan de medemens, luistert naar de beoordelingen van vooraanstaande mensen en vaak al te gemakkelijk met schijnredenen tevreden en gerust gesteld wordt. Nee, we zullen met de gaven die God geeft moeten woekeren om het gekregen geloof onder Gods zegen te bevestigen, zodat we met woord en daad als wedergeboren mensen gaan leven.
Dan blijft er de erkenning, dat God niemand iets verplicht is. Het geloof is voor iedere gelovige een genadegave. En ook verkregen geloof is niet: eens gekregen, altijd behouden. Nee, de gelovige zal er zich van dag tot dag van bewust moeten zijn, dat het gekregen is OM NIET, uit GENADE, uit ONTFERMING. Opdat de mens zijn hoogmoed afzweert en alle eigenroem en eerzucht ver van zich werpt. Eén is er Die àlle lof, dank en aanbidding moet ontvangen: God! Hier en nu en tot in alle eeuwigheden!
8 mei 2012