De Bijbel begint met: ‘In de beginne schiep God de hemel en de aarde.’ Door Zijn almacht en alwetendheid schiep Hij zoals Hij wilde.
De Bijbel vervolgt: ‘En God zei:’ Zo de verzen 3, 6, 9, 11, 14, 20, 22, 24, 26. Zijn we overtuigd? God sprak en het was er, Hij gebood en het stond er. ZO machtig was Zijn woord. ZO machtig is Zijn woord. In Jesaja 55:11 zegt God : ‘Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet leeg tot Mij wederkeren, maar het zal doen hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend.’ Het bewijs zien we in de bovengenoemde schepping in Genesis 1.
Dan lezen we in Genesis 2:16, 17 : ‘En de HEERE God gebood de mens, zeggende: Van alle boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten; maar van de boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage als gij daarvan eet zult gij de dood sterven.’ Is dit woord van andere orde? Heeft dit woord minder gezag, minder gewicht?
Hoe heeft de mens het durven te bestaan, het woord van God als ‘nietszeggend’ aan de kant te schuiven, het daarmee en daardoor te minachten, als was het een mensenwoord. En mèt het woord van God de Spreker van dat woord, God Zelf. Zeker, God heeft de mens heel serieus genomen in zijn zondeval, in het Hem niet vertrouwen -, in het Hem niet vast geloven op Zijn woord. God heeft meteen gezien, dat de mens Zijn uitermate betrouwbare woord heeft ingewisseld voor de leugens van de duivel, de liéfde tot God in grote háát. Maar ook dan blijft de Heere Zelf helemaal trouw aan Zijn woord: niets gaat er van af, niets ervan gaat verloren. Hij voert uit wat Hij dreigde: op hetzelfde moment sterft de mens, (nog) niet lichamelijk, wel geestelijk.
Lezen we de Bijbel verder, dan lezen we heel vaak: De Heere zei, de Heere gebood, de Heere verbood. De Heere stuurde engelen, priesters, profeten, apostelen, al Zijn kinderen, steeds weer, met dat ene woord van God: zo zegt de Heere! Wee de mens, die dan niet luistert. Ook daarvan staat de Bijbel vol. Nog erger, als mensen zeiden: ‘zo zegt de Heere’, als de Heere hen niet gezonden had met dat woord. Maar ook, als de Heere beloften gaf, oordelen uitsprak, die pas jaren, eeuwen later in vervulling gingen, zoals de Heere gesproken had. Opdat geen mens zich ooit kan verontschuldigen, dat de Heere niet ernstig gesproken, gewaarschuwd, gedreigd had.
Lees de Bijbel maar na, welk woord van de Heere niet in vervulling ging of nog gaat. Ja, naar de toekomst: de Heere Jezus zegt: Ik kom spoedig! Daarmee is het zeer vast: de Heere Jezus komt spoedig, ook al liggen er ondertussen vele eeuwen tussen. Immers, voor de Heere zijn 1000 jaren als één dag en één dag als 1000 jaren. De Heere Jezus belooft: de bruiloftszaal zal vol worden. En zó wacht de wederkomst totdat het getal vol is. En de Heere Zelf zorgt daarvoor, want niets of niemand kan iets van Zijn machtswoorden af doen of ze iets zwakker maken. Want Hij, de heilige, eeuwige, almachtige, levende God SPREEKT!!
25 november 2011