Het Bijbelboek Job staat vaak wat ‘alleen’ in de Bijbel. Door gebrek aan verbinding in tijd, plaats, het volk Israël. Tenminste, dit zijn enkele aspecten naar mijn mening, die gemakkelijk tot die gedachte kunnen leiden. Als het anders is verneem ik dat graag.
Naar aanleiding van deel 1 en 2 ben ik er echter des te meer van overtuigd, dat het Bijbelboek Job centráál in de Bijbel staat. Dat het daarom beslist niet ’toevallig’ is, dat het Bijbelboek Job juist dáár in de Bijbel staat: pal vóór het boek der Psalmen!
We gaan weer terug naar het Bijbelboek Job. Zagen we in het eerste hoofdstuk dat Job beroofd werd van al zijn bezittingen en kinderen, in het tweede hoofdstuk van zijn gezondheid, vervolgens zien we in de hoofdstukken 4 t/m 27 de psychische confrontatie tussen Job en zijn drie vrienden. Maar sámen: de dùivel stelt àlles in het werk om tegenover God te ‘bewijzen’ dat Job zo vroom, oprecht, God vrezend en wijkend van het kwaad is alléén vanwege zijn bezittingen en gezondheid. Ofwel, het geloof van Job was niet echt, maar afhankelijk van voorwaarden. Nog één stap verder: Het geloof wat God werkte in de mens, was wáárdeloos! volgens de duivel. Hoe heeft de Heere de duivel in het eerste deel van het Bijbelboek Job overtuigend bewézen, dàt hij ook dáárin de grote leugenaar ìs! De duivel zwéég!
Dan moet het des te meer opvallen, dat de Heilige Geest het nodig heeft geoordeeld wel 24 hoofdstukken in het Bijbelboek Job te vullen met die psychische confrontatie. Daar mogen we dus niet zo maar even aan voorbij gaan. We kijken weer even in het boek Genesis, Genesis 3:4 en 5: ‘Toen zei de slang tot de vrouw: Gijlieden zult de dood niet sterven; Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.’ Zién we, dat de eerste aanval van de duivel ook niét het bezit of de gezondheid van de mens(heid) betrof, maar hun geestelijke verhouding tegenover God, wèl of niét bukkend onder Zijn gestelde òrde, vanuit wáár geloof?
Als we dit goed bezien, dan zien we ook meteen, dat vanaf de zondeval van de mensheid de mens zich telkens weer háást om alléén te zien op- en te rekenen met wat voor ogen is, bezit, kinderen, gezondheid, eten, drinken, genot, plezier, hebben, ikke. En die dingen waren en zijn dan ook àlles, waarvoor de mens leefde en leeft. Tegelijk, als dàt zo is, dan moet het gelóóf in God àl die zaken ondergeschikt maken aan de gééstelijke aspecten. Het geestelijk weer zuiver voor God leven, in woord, in daad, in gedachte, in gezindheid, vóór bezit en gezondheid. En dàt kan en wil de mens na de zondeval niét! Daartoe kan alleen de Heilige Geest hem bewerken en brengen, hem daartoe de ogen openen.
Dat gaat zo door tot de jongste dag. Maar dan zien we ook meteen, dat in al de Bijbelboeken tot het boek Job toe, het alléén de Heere is geweest, Die waar geloof werkte. Waar, wanneer, in wie, naar Zijn welbehagen. Maar dat ook grote rampen, oordelen – zondvloed, Sodom, spraakverwarring, oorlogen – de mens er de ogen niet voor openden vèrder te kijken dan bezit en gezondheid. Daaruit volgt maar één conclusie: de geweldige VERBLINDING waarmee de duivel de mensheid heeft verblind in en door de zondeval. Ook, en vooral in zijn verstand. Daarmee de grote LEUGEN, waarop de duivel de mens doet vertrouwen, dat het lijntje tussen geboren worden en sterven inderdaad àlles is.
Eén overtuigend bewijs: rouwadvertenties! Hoe vaak wordt in advertenties gesuggereerd, dat mèt het sterven het lìjden (n.a.v. bijv. ernstige ziekte) van die mens voorbij is en dat hij nu verdiend mag rùsten! Ook al heeft die mens in zijn leven aan God noch gebod gedaan. De VERBLINDING en de LEUGEN, ze worden telkens weer openlijk verkondigd. En – naar het lijkt – worden ze nauwelijks weersproken en weerlegd. En dùs ìs het zo. Iédereen zegt het immers!
En dàn komt het Bijbelboek Job. Dan zijn die 24 hoofdstukken stuk voor stuk fundamenten en bewijzen, dàt die psychische confrontatie (OORLOG) beslist niét een bijkomende zaak is, maar DE uiteindelijk bepalende gelóófszaak. En zó miskent en ontkent de wereld, VERBLIND en VERLEUGEND, die psychische confrontatie. En waar vanuit allerlei ander ‘geloof’ die psychische confrontatie ook wordt genegeerd, weggeredeneerd, miskend en ontkend, daar wordt het Bijbelboek Job geslóten! WIJ WILLEN ER NIET VAN WETEN! En dùs bestaat het niet.
Nu gaan we één stap verder: als het Bijbelboek Job willens en wetens gesloten en genegeerd wordt, dan móet het boek der Psalmen binnen de kortste keren wel volgen. Waarom? Omdat ook het boek der Psalmen vòl staat met die psychische confrontatie van gelovigen met vijanden van dat geloof. En die vijanden zìjn fervente aanhangers en belijders en voorvechters vàn die enorme VERBLINDING en die doortrapte LEUGEN! en daarmee dus van de duivel zelf! En net als de duivel, aan de ene kant ontkennen ze in alle toonaarden die psychische confrontatie, tegelijk voeren ze in navolging van de duivel op de meest geraffineerde wijzen hun psychische oorlog tégen wáár geloof: de antithese. De duivel, zijn volgers, ze dulden géén waar geloof!
En zó zijn de Bijbelboeken Job en Psalmen de duivel en zijn volgers een gruwel!!! En zó blijven ze volhouden: alleen alles wat gezien en beredeneerd kan worden, tussen geboorte en dood.
En hoe kan het anders, dan dat het ene ten stelligste ontkend wordt, het andere tot bloedens toe verdedigd. Houdt het dòel van de dùivel voor ogen en laat u niet misleiden! En àlles wat we bij Job gezien en gehoord hebben, het komt terug, zo geraffineerd mogelijk, zo verleidelijk mogelijk, zo overtuigend mogelijk, zo vals mogelijk. Job heeft in het boek der Psalmen veel getuigen.
In eerste instantie was het mijn bedoeling alleen de teksten, gedeelten, hoofdstukken te noemen. In navolging van de artikelen NGB kom ik daarvan terug en deel u alle teksten, gedeelten, Psalmen mee, waarin u kunt aflezen van de telkens weer terugkerende psychische confrontatie. Het is OORLOG! Nee, er is geen gedachte om u hiermee onnodig te vermoeien of om indruk te maken. Als er Eén is Die uw aandacht vraagt, dan is het het Woord van God, ook in deze Psalmen. Om u er des te meer van te overtuigen, dat vele geslachten die psychische oorlog hebben onderschat, verwaarloosd, zij, hun nageslacht na hen. Hoe heeft de duivel daarover gegrijnsd! Wat een triomf: DE VERBLINDING EN DE LEUGEN WORDEN GRIF GELOOFD!!!
Want dáártoe heeft de Heere dit alles doen optekenen, in Job, in de Psalmen, opdat we geen enkele verontschuldiging meer zouden hebben. En de Heere overtuigt graag royaal, met op de achtergrond de ernstige dreiging als we weigeren ons door Hem te laten gezeggen. Daartoe de optekening van alle psychische druk van vijanden, ook de wonderbaarlijke uitreddingen van de Heere, zoals bij Job, door wáár geloof! Hem alle eer!
Psalm 3:2, 3, 7, 8: van David
2. O HEERE! hoe zijn mijn tegenpartijders vermenigvuldigd; velen staan tegen mij op.
3. Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela.
7. Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten.
8. Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken.
Psalm 4:2, 3: van David
2. Als ik roep, verhoor mij, o God mijner gerechtigheid! In benauwdheid hebt Gij mij ruimte gemaakt; wees mij genadig, en hoor mijn gebed.
3. Gij, mannen, hoe lang zal mijn eer tot schande zijn? [Hoe] [lang] zult gij de ijdelheid beminnen, de leugen zoeken? Sela.
Psalm 5:7, 9-11: van David
7. Gij zult de leugensprekers verdoen; van de man des bloeds en des bedrogs heeft de HEERE een gruwel.
9-11. HEERE! Leid mij in Uw gerechtigheid, om mijner verspieders wil; richt Uw weg voor mijn aangezicht. 10 Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij. 11 Verklaar hen schuldig, o God; laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen henen om de veelheid hunner overtredingen, want zij zijn wederspannig tegen U.
3 januari 2014