Psalm 2:7:
Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.
Micha 5:1:
En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Spreuken 8:23:
Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van de aanvang, van de oudheden der aarde aan.
Johannes 1:1,14:
In de beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van de Vader), vol van genade en waarheid.
Johannes 5:26,18:
Want gelijk de Vader het leven heeft in Zichzelven, alzo heeft Hij ook de Zoon gegeven, het leven te hebben in Zichzelven; Daarom zochten dan de Joden te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen de sabbat brak, maar ook zei, dat God Zijn eigen Vader was, Zichzelven Gode evengelijk makende.
Johannes 7:29:
Maar Ik ken Hem; want Ik ben van Hem, en Hij heeft Mij gezonden.
Johannes 8:58:
Jezus zei tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben Ik.
Galaten 4:4:
Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;
II Corinthe 8:9:
Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.
Openbaring 3:14:
En schrijf aan de engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods:
Johannes 20:31:
Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam.
I Johannes 5:5:
Wie is het, die de wereld overwint, dan die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God?
Lucas 3:38:
De [zoon] van Enos, de [zoon] van Seth, de [zoon] van Adam, de [zoon] van God.
Psalm 82:6,7:
Ik heb wel gezegd: Gij zijt goden; en gij zijt allen kinderen des Allerhoogsten; Nochtans zult gij sterven als een mens; en als een van de vorsten zult gij vallen.
Mattheüs 3:17:
En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelke Ik Mijn welbehagen heb!
Lucas 1:35:
En de engel, antwoordende, zei tot haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.
Lucas 3:38:
De [zoon] van Enos, de [zoon] van Seth, de [zoon] van Adam, de [zoon] van God.
Johannes 5:26:
Want gelijk de Vader het leven heeft in Zichzelven, alzo heeft Hij ook de Zoon gegeven, het leven te hebben in Zichzelven;
Hebreeën 1:3:
Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel [Zijner] heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter [hand] der Majesteit in de hoogste [hemelen];
Johannes 1:1-3:
In de beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in de beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is.
Hebreeën 1:2:
Dit was in de beginne bij God.
Efeze 3:9:
En allen te verlichten, [dat zij mogen verstaan], welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van [alle] eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus;
Micha 5:1:
En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Hebreeën 7:3:
Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening, noch beginsel der dagen, noch einde des levens hebbende; maar de Zoon van God gelijk geworden zijnde, blijft hij een priester in eeuwigheid.
Colossenzen 1:15-17:
Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen. Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem;
Romeinen 8:29:
Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, de beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen.
Jeremia 23:6:
In Zijn dagen zal Juda verlost worden, en Israel zeker wonen; en dit zal Zijn naam zijn, waarmede men Hem zal noemen: De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID.
Johannes 1:1:
In de beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
Jesaja 40:3:
Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt de weg des HEEREN, maakt recht in de wildernis een baan voor onze God!
Johannes 20:28:
En Thomas antwoordde en zei tot Hem: Mijn Heere en mijn God!
Johannes 14:9,11:
Jezus zei tot hem: Ben Ik zo lange tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons de Vader? Gelooft Mij, dat Ik in de Vader [ben] en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve.
Romeinen 9:5:
Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen.
I Timotheüs 3:16:
En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.
I Johannes 5:20:
Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij de Waarachtige kennen; en wij zijn in de Waarachtige, [namelijk] in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God, en het eeuwige Leven.
Hebreeën 1:8,9:
Maar tot de Zoon [zegt Hij:] Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de schepter Uws koninkrijks is een rechte schepter. Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad, en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met olie der vreugde boven Uw medegenoten.
Psalm 45:7,8:
Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. 8 Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten.
Micha 5:1:
En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Jesaja 9:5:
Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen.
Daniël 7:14:
En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natien en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden.
Johannes 1:1:
In de beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
Johannes 8:58:
Jezus zei tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben Ik.
Johannes 16:30:
Nu weten wij, dat Gij alle dingen weet, en Gij hebt niet van node, dat U iemand vrage. Hierom geloven wij, dat Gij van God uitgegaan zijt.
Mattheüs 11:27:
Alle dingen zijn Mij overgegeven van Mijn Vader; en niemand kent den Zoon dan de Vader, noch iemand kent de Vader dan de Zoon, en die het de Zoon wil openbaren.
Johannes 21:17:
Hij zei tot hem ten derden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zei: Hebt gij Mij lief, en zei tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zei tot hem: Weid Mijn schapen.
Psalm 102:26,27:
Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk Uwer handen; Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven; en zij alle zullen als een kleed verouden; Gij zult ze veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd zijn.
Hebreeën 1:10-12:
En: Gij, Heere! hebt in de beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer handen; Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd, en zij zullen alle als een kleed verouden; En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden.
Hebreeën 13:8:
Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid.
Mattheüs 18:20:
Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen.
Efeze 4:10:
Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou.
Mattheüs 28:18:
En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Colossenzen 2:10:
En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;
Openbaring 3:7:
En schrijf aan de engel der Gemeente, die in Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent:
Johannes 1:3:
Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is.
Colossenzen 1:16,17:
Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem;
Hebreeën 1:3:
Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel [Zijner] heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter [hand] der Majesteit in de hoogste [hemelen];
Mattheüs 10:1:
En Zijn twaalf discipelen tot Zich geroepen hebbende, heeft Hij hun macht gegeven over de onreine geesten, om dezelve uit te werpen, en om alle ziekte en alle kwaal te genezen.
Johannes 5:21:
Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, Die Hij wil.
Johannes 11:43:
En als Hij dit gezegd had, riep Hij met grote stemme: Lazarus, kom uit!
Handelingen 20:28:
Zo hebt dan acht op uzelven en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.
Colossenzen 1:14:
In Denwelke wij de verlossing hebben door Zijn bloed, [namelijk] de vergeving der zonden;
Efeze 1:7:
In Welke wij hebben de verlossing door Zijn bloed, [namelijk] de vergeving der misdaden, naar de rijkdom Zijner genade,
Hebreeën 5:9:
En geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden;
Hebreeën 9:12:
Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende.
I Petrus 1:18,19:
Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die [u] van de vaderen overgeleverd [is]; Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam;
Mattheüs 28:19:
Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
II Corinthe 13:13:
De genade van de Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen.
Hebreeën 1:6:
En als Hij wederom de Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: En dat alle engelen Gods Hem aanbidden.
Openbaring 5:11-13:
En ik zag, en ik hoorde een stem veler engelen rondom de troon, en de dieren, en de ouderlingen; en hun getal was tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden; Zeggende met een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging. En alle schepsel, dat in de hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op de troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid.
Filippenzen 2:9-11:
Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven alle naam is; Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders.
Johannes 5:23:
Opdat zij allen de Zoon eren, gelijk zij de Vader eren. Die de Zoon niet eert, eert de Vader niet, Die Hem gezonden heeft.
Johannes 14:1:
Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij.
Mattheüs 4:10:
Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.
Deuteronomium 10:20:
De HEERE, uw God, zult gij vrezen; Hem zult gij dienen, en Hem zult gij aanhangen, en bij Zijn Naam zweren.