Genesis 18:19:
Want Ik heb hem gekend, opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zou bevelen, en zij de weg des HEEREN houden, om te doen gerechtigheid en gerichte; opdat de HEERE over Abraham brenge, hetgeen Hij over hem gesproken heeft.
Hebreeën 1:1:
God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon;
Genesis 4:26:
En denzelve Seth werd ook een zoon geboren, en hij noemde zijn naam Enos. Toen begon men de naam des HEEREN aan te roepen.
Numeri 12:6-8:
En Hij zei: Hoort nu Mijn woorden! Zo er een profeet [onder] u is, Ik, de HEERE, zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken, door een droom zal Ik met hem spreken. Alzo is Mijn knecht Mozes niet, die in Mijn ganse huis getrouw is. [Van] mond tot mond spreek Ik met hem, en [door] aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt hij; waarom dan hebt gijlieden niet gevreesd tegen Mijn knecht, tegen Mozes, te spreken?
II Timotheüs 3:16:
Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
II Petrus 1:21:
Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben [ze] gesproken.
Mattheüs 4:7:
Jezus zei tot hem: Er is wederom geschreven: Gij zult de Heere, uw God, niet verzoeken.
Lucas 16:17:
En het is lichter, dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat een tittel der wet valle.
Johannes 1:14:
En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van de Vader), vol van genade en waarheid.
Johannes 14:26:
Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welke de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb.
I Corinthe 2:13:
Dewelke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert, maar met [woorden], die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende.
II Samuël 23:2:
De Geest des HEEREN heeft door mij gesproken, en Zijn rede is op mijn tong geweest
Galaten 1:17,18:
En ben niet wederom gegaan naar Jeruzalem, tot degenen, die voor mij apostelen waren; maar ik ging heen naar Arabie, en keerde wederom naar Damaskus. Daarna kwam ik na drie jaren weer te Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef bij hem vijftien dagen.
II Samuël 23:2:
De Geest des HEEREN heeft door mij gesproken, en Zijn rede is op mijn tong geweest.
Amos 3:8:
De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Heere HEERE heeft gesproken, wie zou niet profeteren?
Micha 3:8:
Maar waarlijk, ik ben vol krachts van de Geest des HEEREN; en [vol] van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde.
Handelingen 1:16:
Mannen broeders, deze Schrift moest vervuld worden, welke de Heilige Geest door de mond Davids voorzegd heeft van Judas, die de leidsman geweest is dergenen die Jezus vingen;
II Timotheüs 3:16:
Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
Hebreeën 3:7:
Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort,
Hebreeën 9:8:
[Waarmede] de Heilige Geest dit beduidde, dat de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog stand had;
II Petrus 1:19-21:
En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten. Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben [ze] gesproken.
Openbaring 1:1:
De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft;
Lucas 1:1:
Nademaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van de dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben
Romeinen 15:4:
Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden.
Mattheüs 5:18:
Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
Galaten 3:16:
Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus.
Exodus 17:14:
Toen zei de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder de hemel.
Openbaring 1:19:
Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen:
Genesis 3:15:
En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.