De artikelen 1 tot en met 12 vormen één geheel.
We kijken om ons heen in de wereld van vandaag: alles is in beweging, alles is onzeker, de onrust is compleet, de veiligheid is zoek. Volk staat op tegen volk, de diplomatie draait op volle toeren en lijdt telkens weer schipbreuk, de vluchtelingenstroom is geweldig en niemand weet welke oplossing de beste is. Het recht wordt gebogen, het onrecht viert hoogtij en geld en macht beheersen velen en de hebzucht is geweldig. En dus overleggen we, zit pragmatisme op de troon, staat ieders verstand op hoogspanning en is de chaos compleet. Want wié is nog te vertrouwen??? en wiéns woord is nog betrouwbaar???, vandaag, morgen, volgende week??? Want dan gebeurt dit, dan doet die persoon dat, dan besluit die regering zo, dan voert die regeringsleider ineens die maatregel in.
Er wordt geroepen om actie, desnoods om stakingen, opstand, revolutie. Tegen al het gepleegde onrecht en tegen alle rechtsongelijkheid. Maar als gevraagd wordt wàt dan de juiste en enige en definitieve oplossing is en blijft, dan blijft men het antwoord schuldig. Maar we moeten toch ergens beginnen, en dan moet eerst…. En de meningen en tegenstellingen zijn weer hopeloos verdeeld. Want … we zitten en blijven zitten in dat kleine kringetje van het HIER en NU, van het verstandelijke en het redelijke. En niemand wil toegeven en de minste zijn. Zoveel mensjes, zoveel koninkjes en koninginnetjes.
En God? Zijn Woord? Wie denkt nog aan Hem, wie spreekt nog over Hem, wie volgt Hem nog op Zijn Woord? Want Ze zijn sinds de zondeval toch totaal màchteloos gebléken?!?! Sprak Festus niet een zeer wáár woord in Handelingen 26:24, wat telkens weer, èn daarvoor, èn daarna, geklonken heeft en klinkt in allerlei varianten óver God, Zijn Woord, tégen Zijn kinderen: ‘En als hij deze dingen tot verantwoording sprak, zei Festus met grote stem: Gij raast, Paulus, de grote geleerdheid brengt u tot razernij!’ Opnieuw!!!, uw geloof, vertrouwen, geduld, zijn onverdrágelijk voor ons verstànd, onze réde, en haar uitkomst, en haar resultaat! Dáár kunnen en moeten we op vertrouwen, en dat gebaseerd op de goede wil van de mens!
We gaan een heel eind terug in de geschiedenis. Het koninkrijk van Salomo is vanwege zijn òngehoorzaamheid aan God, Zijn Woord, gescheurd. In het tienstammenrijk heeft God Jerobeam aangesteld als koning. En Jerobeam kàn weten, dat zijn koningschap in de lijn van de geslachten voortgezet wordt bij blijvende gehoorzaamheid aan God, Zijn Woord. Zie I Koningen 11:38: ‘En het zal geschieden, zo gij horen zult al wat Ik u zal gebieden, en in Mijn wegen zult wandelen, en doen wat recht in Mijn ogen is, houdende Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als Mijn knecht David gedaan heeft; dat Ik met u zal zijn, en u een bestendig huis bouwen, gelijk als Ik David gebouwd heb, en zal u Israel geven.’ En, Jerobeam, herinner het voorbeeld van Salomo, vers 33: ‘Daarom dat zij Mij verlaten, en zich nedergebogen hebben voor Astoreth, de god der Sidoniers, Kamos, de god der Moabieten, en Milchom, de god der kinderen Ammons; en niet gewandeld hebben in Mijn wegen, om te doen wat recht is in Mijn ogen, te weten Mijn inzettingen en Mijn rechten; gelijk zijn vader David.’
Hoe fèl en schèrp staan deze woorden van de Heere boven de geschiedenis van het tienstammenrijk. Hoe schril is het als we 17!!! keer daarna lezen van bijna àlle koningen in het tienstammenrijk: HIJ WANDELDE IN DE ZONDEN VAN JEROBEAM, DE ZOON VAN NEBATH, DIE ISRAËL DEED ZONDIGEN. Die Israël dééd zondigen! Lees er niet overheen! Het ìs niet onschuldig!
Want Jerobeam dacht na, hij overlegde in zijn verstand en hij besloot naar zijn rede en plaatste dié in òrde vóór God, Zijn Woord, Zijn gebod, Zijn belofte. En zó moesten God en Zijn Woord wel krachteloos en nietszeggend en zwaar gehandicapt zijn. Daarom vluchtten veel priesters en levieten naar Juda, het tweestammenrijk. De èigen invulling en toepassing en uitwerking, de èigen methode en manier namen plaats op de troon en regeerden. Hard, meedogenloos, vol willekeur.
Maar vergis u niet: ze wilden de Heere niet loslaten! Integendeel, wie durft die ijdele gedachte in zijn hoofd te halen. Alleen, op èigen manier en naar èigen methode, náást Gods gebod en wil en eis. Het blijkt telkens weer, dat God dat nooit toestaat. Hij is Koning, Hij regeert, Zijn wet is Norm, Zijn Woord regeert alleen!
God stuurt Zijn profeten, telkens weer. Met Zijn Woord tot behoud, tot wederkeer, tot vermaan. Maar de Israëlieten luisteren niet. Dan komt Gods oordeel over drie koningshuizen: uitgeroeid!, geen toekomst, geen nageslacht op deze aarde meer. Hoe wordt daarin een blik vèr vooruit geworpen op de nieuwe hemel-aarde waar alleen recht en gerechtigheid en waarheid wonen. Opdat alle geslachten zich ernstig laten waarschuwen door deze drié koningshuizen en hun lot. Maar de mensheid luistert niet en gaat voort op de weg van de eigenwilligheid en willekeur.
De druk neemt toe, steeds sterker. Zo ver, dat de profeet Elia het land uitvlucht en verzucht: ik alleen ben overgebleven. Dan, dàn dat wonderlijke antwoord van de Heere: Ik heb Mij 7000 zielen bewaard, die hun knie niét voor Baäl gebogen hebben. Vgl. Romeinen 11:2-4.
De Heere doet de druk afnemen. Nee, er is geen algehele wederkeer. Toch woont de opvolger van Elia, Elisa, in Samaria. Zeker, niet onbedreigd. De onrust en onzekerheid inzake de binnenlandse en buitenlandse situatie en verhoudingen en ontwikkelingen zijn groot. Er zijn invallen van buitenlandse troepen, bendes, en willekeur heerst. Hoe moet het verstand hoog gespannen zijn, de diplomatie overuren maken. Want hier, en nu, moeten de rust en vrede bewaakt en gewaarborgd worden. We volgen alle ontwikkelingen gespannen op de voet.
En dàn dat heel aparte hoofdstuk in de Bijbel, dat hoofdstuk met de onnavolgbare tegenstellingen. Want ‘ieder’ mens ziét toch!!!, dat temidden van zóveel onrust en wanorde en ontwrichting en chaos en onzekerheid over het hier en nu, àlle aandacht en inspanning verèist zijn om die te beteugelen en zo mogelijk weer in ‘goede’ banen te leiden en ze beheersbaar te maken? Er zijn tal van verschillen met de situatie in de wereld van vandaag; tegelijk is er zeer grote overeenkomst.
Maar over één ding zijn we het met elkaar als mensheid roerend eens: àlles moet in het werk gesteld worden om door middel van (diplomatiek) overleg en afspraak de geboden rust te herstellen en terug te brengen, de éénheid te bevorderen, de tegenstellingen te slechten, de bewapening terug te dringen. En àlles en iédereen moet daaraan zijn steentje bijdragen, de leiders voorop. En doen ‘ze’ het niet goed, dan maar weer nieuwe verkiezingen, nieuwe regels, nieuwe toepassing. Want we willen rùst, rùst in éénheid en vrijheid, hier, nu. Daarbij zijn we heel bezorgd over en voor ons nageslacht, tenminste, met woorden.
Maar over één zaak zijn we helemaal niet bezorgd. Over één zaak horen we niéts meer en die éne zaak moet maar even wachten totdat er rustiger tijden zijn en we daar eventueel weer aandacht aan kunnen en willen geven, als het MIJ, ONS past. Gemakshalve verzwijgen we, dat dàn koning ZORGELOOSHEID weer op de troon zit.
En God, Zijn kerkvergaderend werk? En Jezus Christus, Zijn kerkvergaderend werk vóór Zijn komst in het Vlees? En de Heilige Geest? Zijn Woord? Maar wie vraagt dáár nog naar, wie houdt dáár nog rekening mee? Op dit moment even niet. Er zijn belangrijker zaken die ons bezig houden. Er zijn grote problemen en ingewikkelde vraagstukken die om oplossing roepen. En dan noemen we nog niet eens de financiële problemen, de averij die de beurzen wereldwijd oplopen. Want het gaat nog steeds om IKKE en HEBBEN, hier, vandaag. En de manier waarop is ondergeschikt!
En de duivel? We zién!!! toch, dat hij de ene na de andere overwinning behaalt, dat de zuivere dienst aan God, aan Zijn Woord, toch telkens weer uitloopt op een enorme mislukking? Het is dat er nog tegenstellingen en spanningen en geweldsuitbarstingen en culturele en etnische onoverkomelijkheden zijn, maar zo gauw die opgelost zijn, dàn …, dàn … We hopen hierop nog terug te komen.
19 september 2015